zaterdag 8 december 2012

Coming out in de sneeuw



33C, de ventilator zoeft op maximaal, vers passievrucht sap achter de kiezen, deuren en ramen dicht gedaan om de buren niet te storen want Mariah/Ella/Whitney kerstliedjes op volume 85 en een beetje een blue-ige zaterdag. Facebook toont me 7 kinderen van vrienden met sneeuwpoppen en schattige mutsjes. Gisteren vooral veel foto’s van hollandse sneeuwlandschappen en nog een enkele sinterklaas. Ik post wat mooie kleuren foto’s uit de tropen en schenk mezelf een glaasje wijn in (5 in de klok, het is 5 voor 3) en wacht tot Nederland wakker wordt. Of specifieker; ik wacht tot Amsterdam wakker wordt.  

Het virtuele leven lijkt allemaal enig, maar de meeste van mijn vrienden laten zich niet foppen. ‘Hoe is het met je Iet, ben je al beetje gesetteld, trekken jullie het nog? Het klinkt of je het allemaal heel leuk hebt daar, maar je zal ook wel aan het aftellen zijn.’ En ja, laat dit mijn coming out op het worldwideweb maar zijn; dat klopt inderdaad. Cambodja is fantastisch, een heel speciale plek en ik begin al echt van de mensen, hun gebaren, hun liefheid en hun oprechte lach te houden. Maar ik tel met smart af en sta geregeld op het punt om de hele zooi aan de mangoboom te hangen, inclusief de droombaan die ik heb gewild sinds ik op mijn 8e mijn eerste UNICEF sponsorloop liep en vol goede kinderen-voor-kinderen bedoelingen rondjes rende a la 5 gulden per kilometer. 

Ondertussen zwelt de kritiek ook aan. Soms in liefdevolle belangstelling, soms op een hardere en meer veroordelende toon (‘raar huwelijk hoor, wat was the point van trouwen? Ik was al lang weggeweest als ik hem was’). We verdedigen ons, proberen het uit te leggen en proberen elkaar ook regelmatig te herinneren aan waarom we dit ook al weer doen. Of laat ik eerlijk zijn; waarom ik dit ook al weer doe. Bij deze nog maar een keer: ik werk voor kinderen, de aller armste, die het het allermeeste nodig hebben. Prachtige, ambitieuze, sterke en stoere kinderen die meer verdienen in hun leven dan elke dag hopen dat ze genoeg te eten hebben en dat hun broertjes of zusjes niet dood gaan. Kinderen die graag naar school willen om zich te ontwikkelen. Een school met boeken en goed opgeleide leraren. En dat werk, hoe klein mijn bijdrage ook is, dat maakt me gelukkig. En het maakt ook dat ik me niet kan voorstellen om ooit iets anders te doen. En dat is nou precies het hele pleuris probleem. 

En daarom sta ik soms op om 3 uur ’s nachts om naar huis te bellen. En dan ben ik de rest van de dag moe en down van het gemis. En daarom ook leef ik met een fulltime onbehagen, want ik was er weer niet bij dit jaar met pakjesavond. En ik ben er ook nooit als hij een stomme dag heeft gehad. Of als er gekookt moet worden en het regent buiten maar de melk is op. Of als je op zondagmiddag lekker in je huis wilt cocoonen met z’n 2-en. En dat is dus echt best wel stom allemaal. En om daar toch tegen te kunnen heb je soms nog een bodempje wijn nodig. En post ik nog wat mooie foto’s om mijn virtuele leven in elk geval wat op te kalefateren. 

Overigens is dat virtuele leven sowieso wel amusant. Zo kan ik bijvoorbeeld zien met welke bizarre zoektermen mensen op mijn blog belanden: ‘gym meisjes met stink gympen’, ‘luchtkastelen en uitzendinggemist’, ‘man naar mijn hart’,  ‘slappe thee’ en uiteraard heel veel mensen op zoek naar een bamboe fiets of die tips zoeken voor een lange afstandsrelatie. Ik ben niet de enige, daar kikkert een mens van op. En dat al meer dan 12.000 mensen mijn schrijfsels hebben gelezen, da’s toch ook hilarisch? Dan mag het wel een keertje wat minder jolig zijn wellicht. Proost en tot de volgende keer.

donderdag 29 november 2012

Angelina's gems

Ratanakiri means gemstone mountain. It’s a province in the north-east of Cambodia where you can buy diamond earrings at the local market  that cost 3$ per diamond. Nickname of Cambodia is ‘Kingdom of Wonder’ but ‘Kingdom of Fakes’ comes second I think (Not to say that I don’t like my new best friends though, fake or not, if I can’t tell, I don’t care).

Ratanakiri is also home to many ethnic minority hill tribes. Their children go to the most remote and isolated schools in the country –if going to school at all- and I went there last week to learn more about them and about the Unicef supported programmes in this disadvantaged corner of the Kingdom. 

The trip to this beautiful gem of a province was utterly motivating to work hard. I saw a grade 6 student teaching the grade 1 students as no teacher in the school spoke the local language and otherwise the children couldn’t understand. I listened to mothers telling us about how there is no teacher in the village and teachers explaining how they did not get paid last year at all. And I met the brightest children. Many of them said that besides going to the rice paddies with their parents every day, they also want to study to be health workers and teachers. 

Adoption laws are very tight here. In fact, no westerner can adopt any child here anymore. If you look at these pictures below one can understand why this is probably a good thing. Against all Unicef-positions on this topic I would have ended up all Angelina otherwise. And yes, in case you are wondering about their empty desks and where their text books are; that’s something we all would like to know. Seems that some few government people get very rich selling them to those that can afford, rather then distributing them for free to the real gems of Ratanakiri.





zaterdag 10 november 2012

King of career counceling

Sometimes I still wonder what I want to do when I grow up. And then it’s always comforting to hear that more people in their thirties face that issue and think they need a coach/retreat on top of mountain/shrink/phd/calling/brainwave to work out the next step.


The depressing thing is that some people seem to never really figure it out. Like Cambodia’s king Norodom Sihanouk who recently died. He was known as  "The King-Father of Cambodia" and held an impressive lists of positions. He was king twice, prince twice, president once and prime minister twice.  He was also a figurehead of the Communist revolution and leader in exile, befriending both the Chinese and Americans at some point. In addition he also gained an allegedly well-deserved reputation as  playboy, as gastronomic and, as if this all was not enough for one life, he even embarked on a film career, producing 19 movies for which he was director, producer, scriptwriter, composer and often leading man. Quite intimidating right? 
 
So I guess my options are still open then. It may be quite challenging to be crowned king, but surely there are different routes to a colourful life and exciting career. 

The King-Father died age 89. Death is viewed as the end of one life and as the beginning of another life here. And one hopes the next one will be better. I wonder what King Norodom wished he could do in his next life. Some people get all the luck though. With hundreds of thousands of people coming to the Royal Palace with flowers and incense and praying for his soul, if lucky, I think he may be able to come back as Obama next time around. 

dinsdag 6 november 2012

Goodmorning Cambodia



Every morning I read the Cambodian Daily and often an uncomfortable itchy feeling creeps up on me.  Just a random impression of today’s topics: Cambodia accused of human rights abuses and politically motivated convictions of opposition leader as well as excessive force against protesters. Opposition leader deleted from voter list for upcoming election. Reporter who investigated corruption murdered. 400.000 families driven off their land because of state-licensed selling of land to foreign companies. Murder by security forces on environmental activist not investigated as the government insists that the murder was an ‘accident’. And so on and on and on.

Call me naïve but before I moved here I didn’t realise this at all. But now every morning over my cup of cappuccino I count my democratic blessings. And while I sip my coffee I am thankful for the low ranking of my country in the Transparency International corruption index. For those interested: in 2012 the Netherlands ranks #7 out of 182 countries where Cambodia barely beats places like the DRC, Chad and Somalia ranking a disgraceful and sad #164. 

Slowly the photogenic and appealing picture in my head of saffron coloured monks, lotus flowers and moonlight dances and rosy champagne disappears and brutal reality takes over.  The reality of a country where people can not actually speak out and criticise too loud. 

But fortunately there is also many moments where the profile-picture beauty of the country still proves stronger. Like this morning when my colleague casually told me that a monkey had stolen her remote control from her living room. Hands down that story beats any story I have ever heard standing by a coffee machine in a Dutch office.

zaterdag 20 oktober 2012

Lievelingskleur



Ik heb in feite twee huizen. Huurhuizen weliswaar, maar toch. En ik heb een voor- en een achtertuin met meerdere bomen, waaronder een palmboom en een mangoboom. Een zwembad lang genoeg voor baantjes en zelfs een soort sneuig buiten-bubbelbad met koud water waar je dus nooit in gaat. Ik heb een plant die groter is dan ik zelf en die nog leeft. Een Boeddhabeeld en een lelijk leren bankstel.  Tuinmeubelen, een gym en airconditioning in alle kamers. En ik heb een logeerkamer met een inloopkast. 

Uit deze opsomming kan je verschillende conclusies trekken. A) ik ben een opschepperig type met te veel poen of B) ik ben ineens ongelofelijk volwassen en verwend. En als je die conclusie doortrekt wellicht ook C) ik ben oud. Hoe dan ook, ik ben toch het aller blijste met mijn nieuwe roze fiets. 

Dit is mijn tweede roze fiets in mijn leven. Mijn eerste roze fiets was een oma-fiets die ik kreeg toen ik 10 werd. En ik denk dat alleen meisjes het onderstaande enigszins kunnen navoelen, maar mannen moeten misschien meer denken aan hun eerste op afstand bestuurbare auto die ze heel-heel graag wilden hebben. Maar mijn eerste roze fiets dus. Ik droomde er al heel lang van en verlangde eigenlijk niets anders van het leven dan een roze fiets voor mijn verjaardag. Maar ik was als de dood dat ik een andere kleur of –oh huiver- een andere kleur én een tweedehandse zou krijgen. Oh my word, toen al een snob. Ik denk werkelijk dat ik dat niet te boven zou zijn gekomen. Maar mijn verjaardagsfiets was prachtig roze, tweedehands maar nieuw gespoten en helemaal het einde. Hij glom en was damesachtig. Ik kon er mee met-zonder-handen. Mijn benen konden nog niet bij de grond dus ik draaide nog beetje over het zadel, maar hij was alles wat mijn hartje begeerde en ik voelde dat ik nu bij de grote meisjes hoorde. En hij had van die gekleurde tikkeldingen aan de spaken. Als ik had gekund, had ik de fiets mee naar bed genomen denk ik, om hem als eerste te zien als ik wakker werd. 

En nu kocht mijn geliefde dus weer een roze fiets voor me. Gelukkiger kon hij zijn meisje niet maken. Licht roze. Hij heeft een mandje voorop waar je niks in mag doen, want dat stelen de motorbike jongens hier eruit door je eng van achter te besluipen en dan heel hard weg te scheuren. Ik heb een fietshelm en rij als een slak. Maar hij is geweldig. En ik cross er mee over driebaans rotondes, waarbij het voelt alsof je over de snelweg fietst. Als ik achterop zit toeteren de Cambodjanen van plezier, vooral als ik (heel gewaagd) mijn armen om mijn echtgenoots middel sla. Kennelijk is er toch ook nog een conclusie D) ik ben een verwende snob op leeftijd met een voorkeur voor roze fietsen.